Proloog
De zon scheen fel en ik kon alleen het silhouet van haar sierlijke lichaam op de rotsen zien staan. Ik zag haar diep ademhalen en toen beschreef haar lichaam een sierlijke boog door de lucht. Ze leek wel te vliegen, alsof ze een engel was die nooit meer zou vallen. De zon verlichtte haar lichaam tot in de perfectie. Ik zou haar lichaam nog kunnen herkennen met mijn ogen dicht. Ik miste haar nu al. Nu al, na dat uurtje dat ze weg was. Ik zat op een klein strandje, kijkend naar hoe haar lichaam zonder teveel spetters het water ingleed om vervolgens een eindje verderop weer omhoog te komen. Ze ging met beide handen door haar natte haar en schudde daarna haar hoofd even waardoor er glinsterende spetters door de lucht heen vlogen. Aan de horizon zakte de zon steeds verder en verder onder, tot hij straks helemaal niet meer te zien was. Nooit zou ik haar vergeten. Nooit zou ze uit mijn hoofd verdwijnen. Nooit zou ik van een ander houden zoals ik van haar deed. Voor altijd had altijd geklonken als een leugen, maar ik wist dat mijn hart voor altijd van haar zou zijn. Ik keek toe hoe ze zwom, hoe haar lichaam soepel door het water bewoog. Alhoewel ik al tijden met haar perfectie had geleefd intimideerde het me toch telkens weer als ze zo zwom. Ik wist dat deze beelden me bij zouden blijven. Dat ze niet meer zouden verdwijnen. Al zou het meisje die ze in mijn geheugen had geprent weggaan, om waarschijnlijk nooit meer terug te keren. Kort beet ik op mijn lip en daarna draaide ik me om. Ik kon mezelf het uitzicht wat ik nu voor het oprapen lag wel gunnen, maar ik zou mezelf er later alleen maar mee kwellen, totdat ik dood zou gaan zou ik me deze laatste beelden van haar herinneren.
_________
verder of niet?? tips zijn welkom